The Holy See
back up
Search
riga

Pauselijke Raad
Voor Interreligieuze Dialoog

Christenen en Moslims: met elkaar verbonden
in hat overwinnen van gewelddadigheid onder mensen
die tot
verschillende religies behoren

BOODSCHAP BIJ HET EINDE VAN DE RAMADAN

Id al-Fitr 1431 H./2010 A.D.

Vaticaanstad

Beste Moslim Vrienden.

1. 'Id AI-Fitr, waarmee de Ramadan tot een einde komt, biedt opnieuw een gunstige gelegenheid om jegens U van harte onze wensen van klaarheid en vreugde tot uitdrukking te brengen namens de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog.

Tijdens de afgelopen maand hebt U zich ingezet in gebed, in vormen van vasten, in hulp aan mensen in nood, en in het verstevigen van onderlinge banden in de familie en onder vrienden. God zal niet nalaten om U voor deze inspanningen te belonen.

2. Het doet mij zeer goed te vermemen, dat gelovigen van andere godsdiensten, en met name Christenen, zich geestelijke met U verbonden voelen gedurende deze dagen. Dat blijkt uit verschillende soorten van vriendelijke bijeenkomsten, waar vaak in gesprekken een uitwisseling plaats vindt van godsdienstige aard. Eveneens doet het mij goed te bedenken dat deze Boodschap zou kunnen werken als een positieve bijdrage aan uw overdenkingen.

3. Het thema, dat dit jaar wordt voorgesteld door de Pauselijke Raad, Christenen en Moslims: met elkaar verbonden in het overwinnen van gewelddadigheid onder mensen die tot verschillende religies behoren is, ongelukkigerwijs, een dringend onderwerp, minstens in bepaalde gebieden van de wereld. Ook de Gezamenlijke Commissie voor da Dialoog, opgericht door de Pauselijke Raad, en da al-Azhar Vaste Commissie voor Dialoog onder Monotheïstisch Godsdiensten heeft dit thema gekozen als onderwerp voor studie, overdenking en uitwisseling bij haar laatste jaarlijkse bijeenkomst (Cairo 23 - 24 februari 2010). Graag wil ik met U een aantal conclusies delen, die op het einde van deze bijeenkomst werden gepubliceerd.

4. Voor geweld tussen gelovigen van verschillende religies bestaan een flink aantal oorzaken. Daaronder vallen te noemen: het gebruiken van een godsdienst voor doelen van politiek of andere strevingen; vormen van discriminatie die gebaseerd zijn op religieuze of etnische identiteit; onderlinge afscheiding en maatschappelijke spanningen. Onwetendheid, armoede, achtergebleven ontwikkeling kunnen ook uitgroeien tot directe of indirecte vormen van geweld, zowel tussen religieuze groeperingen onderling als binnen deze groeperingen zelf. Dan zou het goed zijn wanneer zowel de burgerlijke maar ook de kerkelijke gezagdragers hun bijdragen kunnen aanbieden om, met het oog op het algemeen goed van de samenleving als geheel, bijdragen te verlenen voor de gezondmaking van zovele situaties. Dat de burgerlijke gezagdragers in staat magen zijn de wet te handhaven door, met toepassing van werkelijke gerechtigheid, een halt toe te roepen aan de bewerkers en ondersteuners van geweld!

5. In da hierboven genoemde tekst worden ook belangrijke aanbevelingen aangereikt: ons hart openen voor onderlinge vergeving en verzoening met het oog op een vorm van samenleven welke vredig en vruchtbaar is; om erkentelijkheid te betuigen jegens datgene wat wesamen delen, en respect te tonen voor verschillen, als basis voor een cultuur van dialoog; om met respect de waardigheid en de rechten te erkennen van iedere menselijke persoon zonder enig vooroordeel voorkomend uit etniciteit of religieuze verbondenheid; da noodzaak om rechtvaardige wetten af te kondigen die de fundamentele onderlinge gelijkheld van allen garanderen; om het belang te blijven benoemen van opvoeding in respect, onderlinge dialoog en onderlinge zuster- en broederschap in diverse vormgevingen van opvoeding: thuis, in school, in kerken, in moskeeën. Langs deze wegen zullen wij in staat zijn ons tegen geweld op te stellen dat mogelijk aanwezig is tussen navolgers van verschillende religies, en in het bevorderen van vrede en een goede verstandhouding tussen de verschillende godsdienstige groeperingen. Onderricht gegeven door godsdienstige leiders, maar ook schoolboeken welke ingaan op bestaande godsdiensten langs een objectieve weg, kunnen in verbinding met onderwijs in het algemeen een beslissende invloed hebben op de opvoeding en vorming van jongere generaties.

6. Ik hoop dat deze overwegingen, tezamen met de antwoorden, die deze ontlokken aan uw gemeenschappen, en naar voren komen in de contacten met uw Christelijke vrienden, een bijdrage moge vormen voor het voortzetten van de dialoog, groeiend in respect en klaarheld, waarover ik graag Gods zegeningen afroep!

 

Jean-Louis Kardinaal Tauran
    Voozitter

Aartsbisschop Pier Luigi Celata
    Secretaris

 
top