Index   Back Top Print

[ DE  - EN  - ES  - FR  - HR  - IT  - NL  - PT  - ZH ]

Boodschap van Paus Benedictus XVI
aan de jongeren van de wereld ter gelegenheid
van de 22ste Wereldjongerendag (1 april 2007)



‘Zoals Ik u heb liefgehad,
zo moet ook gij elkaar liefhebben’ (Joh 13,34)



Dierbare jonge vrienden,

Ter gelegenheid van de 22ste Wereldjongerendag, die op Palmzondag in de bisdommen wordt gevierd, wil ik jullie deze woorden van Jezus meegeven ter overdenking: “Zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben” (Joh 13,34).

Is het mogelijk om lief te hebben?

Iedereen verlangt ernaar om lief te hebben en liefgehad te worden. Maar tegelijkertijd is het zo moeilijk om lief te hebben en kan er zoveel fout gaan en mislopen in de liefde. Er zijn zelfs mensen die betwijfelen of het wel mogelijk is om lief te hebben. Maar als wij door emotionele misvattingen of een gebrek aan genegenheid het idee kunnen krijgen dat liefde een utopie is, een onbereikbare droom, moeten wij ons daar dan bij neerleggen? Nee! Het is wél mogelijk om lief te hebben en met deze boodschap wil ik in ieder van jullie – jullie, de toekomst en hoop van de mensheid – het vertrouwen doen herleven in een liefde die waarachtig, trouw en sterk is; een liefde die vrede en vreugde brengt; een liefde die mensen samenbindt en maakt dat zij zich vrij voelen vanuit respect voor de ander. Laten wij met elkaar een weg afleggen in drie stadia, een ‘ontdekkingstocht’ van de liefde.

God, de bron van liefde

Het eerste stadium betreft de bron van ware liefde. Er is maar één bron en dat is God. Johannes maakt dat duidelijk als hij zegt dat “God liefde is” (1Joh 4,8.16). Hij zegt niet simpelweg dat God ons liefheeft, maar dat Gods hele wezen liefde is. Wij staan hier voor de meest wonderbaarlijke openbaring van de bron van liefde, het mysterie van de Drie-eenheid: in God, een en drie-enig, bestaat een eeuwigdurende uitwisseling van liefde tussen de personen Vader en Zoon, en die liefde is niet een energie of een gevoel, maar óók een persoon: de heilige Geest.

Het kruis van Christus openbaart de liefde van God

Hoe wordt God-Liefde ons geopenbaard? We komen hier bij het tweede stadium van onze reis. Hoewel de tekenen van de goddelijke liefde in de schepping al duidelijk aanwezig zijn, is de volledige openbaring van het innige mysterie van God pas tot ons gekomen door de Vleeswording, toen God zelf mens werd. In Christus, waarachtig God en waarachtig mens, hebben wij de liefde in al haar grootsheid leren kennen. Zoals ik in de Encycliek Deus caritas est al schreef, is in feite “het werkelijk nieuwe van het Nieuwe Testament niet de nieuwe ideeën, maar de figuur van Christus zelf, die de oudtestamentische gedachten vlees en bloed een ongehoord realisme geeft” (nr. 12). De manifestatie van goddelijke liefde is totaal en volmaakt in het kruis, waar, in de woorden van Paulus, “God zijn liefde voor ons juist hierdoor bewijst, dat Christus voor ons is gestorven, toen wij nog zondaars waren” (Rom 5,8). Daarom kan ieder van ons naar waarheid zeggen: “Christus heeft mij liefgehad en zich voor mij overgeleverd” (vgl. Ef 5,2). Gered door zijn bloed, is geen enkel mensenleven nutteloos of van weinig waarde, omdat Hij ieder van ons persoonlijk liefheeft met een vurige, trouwe liefde, een liefde die geen grenzen kent. Het kruis – voor de wereld een dwaasheid, voor veel gelovigen een aanstoot – is in feite de ‘wijsheid van God’ voor hen die bereid zijn zich in het diepst van hun ziel te laten raken, “want de dwaasheid van God is wijzer dan de mensen, en de zwakheid van God is sterker dan de mensen” (1Kor 1,25). Bovendien zien wij in het kruisbeeld, dat ook na de verrijzenis altijd de tekenen van het lijden is blijven dragen, de ‘verdraaiingen’ en leugens over God die ten grondslag liggen aan geweld, wraakzucht en uitsluiting. Christus is het Lam van God die de zonden van de wereld op zich neemt en de haat wegwist uit het hart van de mensheid. Dat is de ware ‘revolutie’ die Hij heeft gebracht: liefde.

Onze naaste liefhebben zoals Christus ons liefheeft

We zijn nu bij het derde stadium van onze overdenking. Christus riep vanaf het kruis: “Ik heb dorst” (Joh 19,28). Hieruit blijkt zijn brandende dorst om ons lief te hebben en door ieder van ons te worden liefgehad. Pas als wij de diepte en intensiteit van dit mysterie begrijpen, kunnen wij beseffen hoe nodig het is dat wij Hem liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad. Dat houdt ook in dat wij bereid moeten zijn om zo nodig zelfs ons leven te geven voor onze broeders en zusters, uit liefde voor Hem. God heeft al in het Oude Testament gezegd: “U zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Lv 19,18), maar de vernieuwing die Christus heeft gebracht, is het feit dat liefhebben zoals Hij ons liefheeft, betekent dat wij iedereen liefhebben, zonder onderscheid, zelfs onze vijanden, “tot het uiterste” (vgl. Joh 13,1).

Getuigen van de liefde van Christus

Ik wil graag even stilstaan bij drie terreinen van het dagelijks leven waarop jullie, jonge vrienden, in het bijzonder geroepen zijn om blijk te geven van de liefde van God. Het eerste terrein is de Kerk, onze geestelijke familie, die bestaat uit alle leerlingen van Christus. Indachtig zijn woorden: “Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart” (Joh 13,35), moeten jullie met je enthousiasme en naastenliefde de activiteiten stimuleren van de parochies, gemeenschappen, kerkelijke bewegingen en jongerengroepen waartoe jullie behoren. Wees alert op het welzijn van anderen, trouw aan datgene waaraan je je hebt verbonden. Aarzel niet om blijmoedig af te zien van bepaalde pleziertjes; aanvaard vrolijk de offers die je moet brengen; getuig van je trouwe liefde voor Jezus door zijn evangelie te verkondigen, met name onder jonge mensen van je eigen leeftijd.

Voorbereiding op de toekomst

Het tweede terrein waarop jullie geroepen zijn om uiting te geven aan je liefde en daarin te groeien, is je voorbereiding op de toekomst die jou wacht. Als je verloofd bent, heeft God voor jouw toekomst een liefdesplan binnen een relatie als echtpaar en gezin. Het is dan ook essentieel om er met de hulp van de Kerk achter te komen wat dat plan inhoudt, vrij van het veelgehoorde vooroordeel dat zegt dat het christelijk geloof met zijn geboden en verboden een belemmering betekent voor de vreugde van de liefde en jullie verhindert om ten volle te genieten van het geluk dat een man en een vrouw in hun onderlinge liefde zoeken. De liefde tussen man en vrouw vormt de oorsprong van het menselijk gezin en een paar dat bestaat uit een man en een vrouw heeft zijn grondslag in Gods oorspronkelijke plan (vgl. Gn 2,18-25). Elkaar als man en vrouw leren liefhebben is een prachtige reis, die echter wel een veeleisende ‘leertijd’ vereist. De verlovingsperiode, heel noodzakelijk om een goede relatie te ontwikkelen, is een tijd van verwachting en voorbereiding, die in zuiverheid van woord en gebaar moet worden beleefd. Zo’n periode maakt dat je kunt groeien in liefde, in zorg en aandacht voor elkaar; zij helpt je om zelfbeheersing te oefenen en respect voor elkaar te ontwikkelen. Dat zijn kenmerken van ware liefde waarbij de nadruk niet ligt op het nastreven van de eigen bevrediging of het eigen welzijn. Vraag de Heer, als jullie samen bidden, om jullie liefde te behoeden en te versterken en haar te zuiveren van iedere vorm van zelfzuchtigheid. Aarzel niet om volmondig gehoor te geven aan de roeping van de Heer, want het christelijke huwelijk is ook ten volle een roeping in de Kerk. Maar wees ook bereid, beste jonge mannen en vrouwen, om ‘ja’ te zeggen als God jullie roept om de weg van het priesterambt of het gewijde leven te gaan. Jullie voorbeeld zal een bron van bemoediging zijn voor veel van jullie leeftijdsgenoten die op zoek zijn naar het ware geluk.

Elke dag in liefde groeien

Het derde terrein waarop de liefde je toewijding vraagt, is dat van het dagelijks leven met al zijn verschillende relaties. Ik doel hier vooral op relaties binnen je familie, je opleiding, op je werk en in je vrije tijd. Beste jonge vrienden, zet je talenten in, niet alleen om een sociale positie te verkrijgen, maar ook om anderen te helpen om te ‘groeien’. Ontwikkel je capaciteiten, niet alleen om de ‘concurrentie’ aan te kunnen en productiever te worden, maar ook om ‘getuigen van naastenliefde’ te worden. Span je, naast je professionele opleiding, eveneens in om godsdienstige kennis te verwerven die je zal helpen om je missie op een verantwoordelijke manier uit te voeren. Ik nodig jullie met name ook uit om zorgvuldig de sociale leer van de Kerk te bestuderen, zodat de principes van deze leer jullie kunnen inspireren en leiden in jullie leven in de wereld. Moge de heilige Geest jullie creatief maken in naastenliefde, volhardend in jullie taken en moedig in jullie initiatieven, zodat jullie een bijdrage kunnen leveren aan de opbouw van de ‘beschaving van liefde’. De reikwijdte van de liefde is werkelijk onbegrensd: het is de hele wereld!

‘Durf lief te hebben’, volg het voorbeeld van de heiligen

Mijn beste jonge vrienden, ik wil jullie vragen om ‘de liefde aan te durven’. Neem voor je leven geen genoegen met minder dan een liefde die sterk is en mooi, en die je hele bestaan in het teken kan stellen van de vreugdevolle keuze om jezelf te schenken aan God en aan je broeders en zusters, in navolging van Hem die de haat en dood definitief heeft overwonnen door de liefde (vgl. Apk 5,13). Liefde is de enige kracht die in staat is het hart van de mens en van heel de mensheid te veranderen, door vruchtbare relaties op te bouwen tussen mannen en vrouwen, rijken en armen, en tussen culturen en beschavingen. Dat zien wij ook in het leven van de heiligen. Zij zijn ware vrienden van God, die blijk geven van deze allergrootste liefde. Probeer hen beter te leren kennen, vertrouw jezelf toe aan hun bemiddeling en probeer te leven zoals zij. Ik noem hier alleen Moeder Teresa. Om direct gehoor te kunnen geven aan Jezus’ uitroep “Ik heb dorst”, een uitroep die haar diep had geraakt, ging zij mensen opvangen die lagen te creperen in de straten van de Indiase stad Calcutta. Sindsdien heeft zij in haar leven maar één verlangen gekend: Jezus’ dorst naar liefde lessen, niet met woorden maar met concrete daden, door zijn vertrokken gelaat, snakkend naar liefde, te zien in de gezichten van de allerarmsten. De zalige Teresa bracht hiermee het onderricht van de Heer in praktijk: “Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan” (Mt 25,40). De boodschap van deze nederige getuige van de goddelijke liefde heeft zich over heel de wereld verspreid.

Het geheim van de liefde

Ieder van ons, beste vrienden, heeft de mogelijkheid gekregen om ditzelfde niveau van liefde te bereiken, maar dat kan alleen als je je kunt verlaten op de onmisbare steun van de goddelijke genade. Alleen met de hulp van de Heer zal het ons lukken om niet ontmoedigd te raken ten overstaan van de immense taak die ons wacht. Zijn hulp geeft ons de moed om te volbrengen wat menselijk gezien ondenkbaar is. En boven alles is de eucharistie de grote school van de liefde. Wanneer wij regelmatig en met vrome toewijding deelnemen aan de heilige mis, wanneer wij uitgebreid de tijd nemen om te bidden in de tegenwoordigheid van Jezus in de eucharistie, is het gemakkelijker om de lengte, breedte en diepte te begrijpen van zijn liefde die alle kennis te boven gaat (vgl. Ef 3,18-19). Door het brood van de eucharistie te delen met onze broeders en zusters van de kerkelijke gemeenschap, voelen wij de behoefte om, net als Maria met Elisabet, ‘met spoed’ de liefde van Christus uit te dragen in ruimhartig dienstbetoon aan onze broeders en zusters.

Op weg naar de ontmoeting in Sydney

Op dit punt doet de apostel Johannes een verhelderende aanbeveling: “Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen maar met concrete daden. Dat is onze maatstaf; daardoor krijgen wij de zekerheid dat wij thuishoren bij de waarachtige God” (1Joh 3,18-19).

Beste jonge mensen, in die geest wil ik jullie uitnodigen om de volgende Wereldjongerendag te beleven, samen met de bisschop van jullie diocees. Dat zal een belangrijke stap zijn op weg naar de ontmoeting in Sydney, waar het thema zal zijn: “Gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn” (Hnd 1,8). Moge Maria, de Moeder van Christus en van de Kerk, jullie helpen om deze uitroep overal te laten weerklinken, de uitroep die de wereld heeft veranderd: “God is liefde!” Ik ben met jullie allen in gebed en schenk jullie van ganser harte mijn zegen.

Vanuit het Vaticaan, 27 januari 2007

Benedictus XVI

 

© Copyright 2007 - Libreria Editrice Vaticana

 



Copyright © Dicastero per la Comunicazione - Libreria Editrice Vaticana