VISITA PASTORALE NEI PAESI BASSI
INCONTRO ECUMENICO NELLA CATTEDRALE DI MECHELEN
DISCORSO DI GIOVANNI PAOLO II
Belgio
Sabato, 18 maggio 1985
Geliefde Broeders en Zusters,
1. « Thans echter zijt gij die eertijds ver af waart, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, door Hem hebben wij beiden in één Geest, toegang tot de Vader »[1].
Met zeer grote vreugde neem ik deze woorden van de Apostel Paulus in mij op, om er onze gemeenschappelijke waardigheid te ontdekken, alssok de verantwoordelikheid die iedere gedoopte ten deel valt: het steeds meer werkzaam doen worden van onze onderlinge nabijheid door het bloed van Christus tot stand gebracht. Ik ben gelukkig aan deze viering van Gods Woord, prijzend en biddend te kunnen deelnemen met u allen die de verschillende Kerken en christelijke gemeenschappen van België vertegenwoordigt. Ik groet U allen broederlijk en eerbiedig. « Gij allen zijt medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God »[2].
Het doet ons deugd om voor dit ogenblik van gebed naar deze kathedraal te komen. Zij is het symbool van de plaatselijke kerk van Mechelen-Brussel en sedert eeuwen is ze het centrum van gemeenschap tussen de verschillende bisdommen die de katholieke Kerk van uw land vormen. Hier rust in de verwachting van de algemene opstanding in Christus, diegene die, meer dan zestig jaar geleden, binnen de Rooms-Katholieke Kerk, bezieling gaf aan het oecumenisch werk: Kardinaal Mercier. Ik gedenk hem met grote eerbied en ik dank de Heer voor de vooruitgang die deze edelmoedige dienaar van de Kerk heeft kunnen bewerkstelligen in het terugvinden van de eenheid. De « Gesprekken van Mechelen » zijn een keerpunt in de geschiedenis van de oecumenische beweging. Vandaag heb ik dus het geluk een bedevaart te kunnen ondernemen naar een plaats die van grote betekenis is voor de toenadering tussen de christenen.
2. Op het eerste gezicht leek België historisch misschien minder voorbereid om zich op daadwerkelijke wijze te engageren in de oecumenische dialoog. Sinds eeuwen werd de religieuze traditie van de meerderheid van de bevolking bepaald door het Rooms Katholicisme. Een dergelijke situatie had ertoe kunnen leiden het zoeken naar contacten met hen die de katholieke overtuiging niet delen tot een minimum te beperken.
Het is dan ook een genade voor de Kerk en voor uw land dat de Heer hier zoveel waardevolle initiatieven tot stand heeft gebracht voor het bewerken van de eenheid en dat Hij zoveel dynamische medewerkers heeft gevonden om ze te boverderen. Naast de rol die de kerkelijke hiérarchie sinds Kardinal Mercier heeft gespeeld, en meer bepaald in het kader van het tweede Vatikaans Concilie, wil ik ook het aandeel van de religieuze gemeenschappen in herin- nering brengen, zowel op het vlak van het spirituele oecumenisme als op het vlak van het onderzoek van de leer. Beter dan wie ook kent U de bijzondere bijdrage op dit punt van het klooster van Amay-Chevetogne en de profetische impuls die Dom Lambert Beauduin eraan gegeven heeft. Door hun wetenschappelijke onderlegd- heid, hun inzicht in de historische ontwikkeling, hun liefde voor de Kerk en hun bekwaamheid tot dialoog, hebben de Belgische theologen zich in hoge mate ingezet ten dienste van het oecumenisme. Wij weten ook wat de documenten van het Tweede Vatikaans Concilie aan hun volgehouden hardnekkige arbeid verschuldigd zijn.
Als geïndustraliseerd land, gelegen in het hart van West-Europa, heeft uw land gedurende tientallen jaren mannen en vrouwen opgenomen uit verschillende landen. Zij waren op zoek naar werk, of naar een wrije levensruimte. Velen onder hen waren christenen en meerderen behoorden tot verschillende christelijke tradities. Was dit geen uitnodiging tot het beoefenen van een edelmoedige gastvrijheid en tot het aanvatten van een broederlijke samenwerking met andere leerlingen van dezelfde Heer? Die aanweizigheid van een beduidend aantal immigranten, — speciaal in bepaalde streken —, de vestiging te Brussel van verschillende internationale instellingen, zijn evenzeer factoren die hebben bijgedragen tot de groei van uw oecumenisch bewustzijn.
3. Als ik, helaas op een tè beknopte manier, de bijdrage van België schets aan het werk van het herstel van de christelijke eenheid, dan is het opdat u trouw zoudt blijven aan zo een verleden en ook om u uit te nodigen, om samen, en ieder op zijn plaats, deze oecumenische inzet verder te zetten. Is dit niet een van de meest behartenswaardige resultaten van het Tweede Vatikaans Concilie? Verleden jaar heb ik dit te Genève, ter gelegenheid van mijn bezoek aan de Wereldraad van Kerken, nog in herinnering gebracht. « Vanaf het begin van mijn ministerie als Bisschop van Rome heb ik benadrukt dat het engagement van de katholieke Kerk in de oecumenische beweging irreversibel is en dat het zoeken van de eenheid één van haar pastorale prioriteiten uitmaakt ».[3]
Onlangs nog, in de apostolische exhortatie « Reconciliatio et Paenitentia », heb ik met nadruk gewezen op het dringende van deze taak en op de modaliteiten van haar utiwerking. « De Kerk van Rome ... zoekt een eenheid die werkelijk vrucht is en uitdrukking van ware verzoening. Daarom steunt ze niet op het verzwijgen van hetgeen verdeelt, of op gemakkelijke en daarom oppervlakkige en broze compromissen. De eenheid moet het resultaat zijn van een ware bekering van allen, van wederzijdse virgiffenis, van theologische dialoog, van broederlijke betrekkingen, van gebed, van volkomen volgzaamheid aan de werking van de Heilige Geest, die ook de Geest van verzoening is »[4].
4. Sans doute rencontrons-nous diverses difficultés qui entravent notre route, suscitent le découragement et parfois font douter du résultat de nos efforts. A certaines heures, le Seigneur nous laisse ressentir le poids de l'entreprise, pour que nous ne mettions pas notre confiance en nos seules forces, mais dans la puissance de sa grâce et l'action de son Esprit. Le progrès même de nos relations nous rend plus sensibles aux divisions qui blessent le Corps de l'Eglise, à la pesanteur de l'histoire, à la permanence de polémique et de comportements peu glorieux de la part de chrétiens.
Malgré tous ces obstacles, malgré la pauvreté de notre foi, nous devons répondre à l'appel évangélique et continuer « à chercher loyalement, avec persévérance, humilité et aussi courage, les voies du rapprochement et de l'union »[5].
Il y va de notre fidélité au Christ qui « en personne a tué la haine »[6], mais aussi de notre attachement à ce qui fut l'intuition des premiers artisans de l'œcuménisme: c'est l'annonce de l'Evangile qui réclame le témoignage commun de tous les disciples du Seigneur. Comme bien d'autres, votre pays est affronté à une profonde crise spirituelle. Vous avez à relever le défi de la transmission de la foi aux jeunes générations et au monde nouveau que marquent les conquêtes technologiques. Ces problèmes se posent à toutes les confessions chrétiennes, ils interpellent les responsables et les membres de toutes les Eglises. N'avons-nous pas à nous rencontrer et à nous concerter pour rendre compte ensemble et d'un même cœur de l'espérance qui est en nous?
5. La réflexion et l'action de l'Eglise catholique sont inspirées et stimulées par les orientations qu'a données le deuxième Concile du Vatican dans le décret sur l'œcuménisme. Les catholiques y sont exhortés, et je suis sûr que c'est aussi votre désir, à mettre en valeur tout ce qui nous est commun et à prendre davantage conscience des richesses et du dynamisme de notte baptême. Je sais que vous avez mis au point un document sur la reconnaissance mutuelle du baptême, comme lien d'unité et point de départ pour une communion toujours plus profonde. Le baptême est signe de l'alliance entre Dieu et l'humanité, gage de l'amour fidèle et miséricordieux du Sauveur. Il est le fruit du sacrifice du Christ: sur la croix, le Christ a dessiné entre ciel et terre le signe indélébile de l'alliance entre Dieu et l'ensemble des hommes[7], de même que Dieu avait donné à Noé, dans l'arc-en-ciel et la nuée, le signe de son alliance avec toute la création[8]. Le baptême crée entre tous ceux qui le reçoivent une solidarité plus forte que toutes les divisions, car il est source permanente de vie, de guérison et de régéneration. N'est-ce pas le baptême qui nous rend tous capables de dire en vérité et d'un même cœur la prière des enfants de Dieu, le Notre Père, qui constitue le thème principal de ma visite pastorale dans votre pays?
Grâce au travail de nos commissions œcuméniques, aux rencontres et échanges entre les communautés locales, vous avez pu réaliser de multiples progrès dans l'étude commune des Ecritures, la pastorale des mariages mixtes et l'approche des malades. Vous avez fait preuve d'esprit d'hospitalité et d'entraide à l'égard de communautés pauvres en nombre et dépourvues de lieux de culte ou de réunion. De tout cela et de bien d'autres applications concrètes de l'œcuménisme, je rends grâce au Seigneur pour vous et avec vous.
6. Cette collaboration entre disciples du Christ doit continuer et trouver de nouveaux champs d'application. Avons-nous mis à profit toutes les possibilités que signalait, pour les catholiques, le décret conciliaire[9], et celles indiquées par les documents d'autres Eglises et communautés ecclésiales? Aujourd'hui, dans votre pays, vous étes confrontés au drame de nouvelles pauvretés issues de la situation économique. De bien des endroits de la terre, vous recevez des appels pour remédier à la misère de vos frères, pour favoriser leur promotion humaine, pour soutenir leur aspiration à la justice et à la paix. Vous entendez les cris de ceux qui voient leur dignité bafouée et leurs droits ignorés. N'y a-t-il pas là des terrains privilégiés pour une action en commun? Votre situation privilégié au cœur de l'Europe occidentale vous invite aussi à ne pas négliger votre responsabilité dans la construction de l'Europe. La dimension chrétienne ne peut en être absente. En cette année où nous célébrons la mémoire des Saints Cyrille et Méthode, patrons de l'Europe avec saint Benoît, vous n'oublierez pas tout ce que représentent ces deux apôtres des pays slaves. Ils sont le symbole de la seconde composante de l'Europe, de sa culture, de son apport spécifique à la foi chrétienne, de ses souffrances, de ses combats et de ses espérances.
Bien du travail reste à accomplir, il y a des occasions à ne pas manquer, des grâces à ne pas négliger pour répondre à ce que le Seigneur attend de tous et de chacun des baptisés. Aujourd'hui, grâce au travail opiniâtre des théologiens et à une patiente écoute réciproque, des documents doctrinaux permettent une meilleure approche des divergences et des points communs. Il est important que toutes les Eglises s'intéressent à cette dimension théologique du dialogue œcuménique et suscitent un examen loyal et sérieux de ces convergences croissantes.
7. Aan het einde van deze toespraak wil ik u uitnodigen het belang van het spirituele oecumenisme niet uit het oog te verliezen. In de mate dat de Kerk trouwer wordt aan Jezus Christus, haar Heer, dat ze ook transparanter wordt voor Zijn aanwezigheid en Zijn werking, zal ze op een meer authentieke wijze Kerk worden. In deze blijvende gerichtheid op een meer volmaakte eenheid tussen de Kerken, weze ons richtpunt steeds deze gelijkvormigheid met Christus, deze ecclesiologie gericht op Jezus Christus! Was zulks niet reeds de wens van onze eerbiedwaardige voorganger Paus Paulus VI, toen hij op 14 september 1964 bij de opening van de derde zitting van het Concilie verklaarde: « De Kerk wil immers geheel van Christus zijn, in Christus en voor Christus, en zij wil geheel zijn van de mensen en voor de mensen, als een bescheiden en roemrijke weg die tussen de Verlossen en de mensheid gelegd is »[10].
De Evangelielezing over de transfiguratie liet ons de aanbeveling van God onze Vader horen: « Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem »[11]. Meer dan ooit worden de Kerken en iedere christen uitgenodigd zich te laten onderrichten, omvormen, zich van gedaante te laten veranderen door Hem die ons beginpunt is, onze weg, onze gids, onze hoop en ons einddoel.
[1] Eph. 2, 13-14. 18.
[2] Ibid. 2, 19.
[3] Ioannis Pauli PP. II Allocutio ad Consilium Oecumenicum Ecclesiarum in urbe «Ginevra» habita, 1, die 12 iun. 1984: Insegnamenti di Giovanni Paolo II, VII, 1 (1984) 1685.
[4] Eiusdem Reconciliatio et Paenitentia, 9.
[5] Eiusdem Redemptor Hominis, 6.
[6] Eph. 2, 16.
[7] Cfr. « Prex Eucharistica pro Reconciliatione », n. 1.
[8] Cfr. Gen. 9, 8. 12. 16.
[9] Unitatis Redintegratio, 12.
[10] Pauli VI Allocutio tertia SS. Concilii Oecumenici Vaticani II periodo ineunte habita, die 14 sept. 1964: Katholiek Archief, 1964, Kol. nr. 56.
[11] Luc. 9, 35.
© Copyright 1985 - Libreria Editrice Vaticana
Copyright © Dicastero per la Comunicazione - Libreria Editrice Vaticana